
BEE-BOTS
Block 1, 2 en 3
Ik heb een les gegeven waarbij ik gebruik heb gemaakt van fysieke bee-bots. Bij deze les heb ik 3 blocks weten te gebruiken, het gaat om de volgende blocks. Computational thinking, S.T.E.A.M en 21st century skills. In de volgende alinea’s zal ik uitleg geven hoe ik deze heb toegepast op mijn stageschool.
Computational thinking
Tijdens de bee-bot les moesten de kinderen zelf gaan proberen verschillende routes te bedenken. Zo had ik een dierentuin kaart waarbij ze naar het juiste verblijf moesten navigeren, maar ook een kaart met een “enge” kaart. Hier moesten ze wel met een robot gaan rijden want als ze een fout maakten dan zouden ze in een boobytrap stappen. Door een robot te sturen zouden ze zelf veilig blijven.
Sommige kinderen vonden dat lastig en om die reden gaf ik een houvast door ze het in stappen te laten doen. Waarbij het natuurlijk hartstikke knap is als het in 1x lukt moeten bepaalde leerlingen bijvoorbeeld eerst naar links gaan om vervolgens rechtdoor te gaan.
Het kan natuurlijk gebeuren dat de leerlingen het nog steeds lastig vinden. Dan ga ik samen met de kinderen mee tellen. Dus we gaan 1 naar links en dan 3 naar rechts en zo verder. Uiteindelijk moeten ze dit natuurlijk wel weer zelf gaan bedenken en hier zelf mee bezig gaan.
Voor de les heb ik gebruik gemaakt van robots, wat een nieuwe technologie is binnen onze maatschappij. Hierin heb ik gebruik gemaakt van de 21st century skills.
S.T.E.A.M
Door de opdracht in 2 tallen te doen probeer ik de leeromgeving effectief te maken. Hierdoor hebben ze beide enorm veel tijd om met de bee-bot bezig te gaan en kunnen ze elkaar helpen. Daarnaast maak ik ook zelf kaarten waardoor ze plekken zien die ze zelf herkennen. Zo heb ik een kaart gemaakt met de plattegrond van de school. Hier moesten ze naar de juiste groep rijden.
Kijkend naar het handelingsmodel begin ik eerst met het visualiseren met een fysieke bee-bot. Hoe werkt het allemaal precies en waar gaan ze naartoe. Uiteindelijk stap ik naar de volgende fase waarbij ik de app ga gebruiken. Op deze manier ga ik mee met de leerling zijn/haar ontwikkeling.
Doordat ik een robot gebruik probeer ik zoveel mogelijke nieuwe en interessante technieken toe te passen. Hierbij maak ik zelf de matten en probeer ik real-life situaties toe te voegen aan de opdracht.
21st century skills
Met de opdracht ben ik het ruimtelijk inzicht aan het trainen van de kinderen. Daarnaast zijn we aan het oefenen met hele getallen door de telrij te volgen. Ruimtelijk inzicht is een belangrijke reken ontwikkeling die je via de bee-bot op een andere manier kan trainen.
Door eerst met de leerlingen de telrij te bespreken en met blokken te spelen probeer ik de robots te integreren doordat ze al een voorkennis hebben voor ze hiermee bezig gaan.
Leerlingen krijgen steeds vaker te maken met techniek, ook binnen het onderwijs. Doordat ik bezig ga met de bee-bots zijn we actief bezig met het programmeren van een robot. Dit is de basis van het programmeren. Later in een volgende groep gaan ze hier mee verder door het maken van een robot en deze te programmeren met meer stappen.
Bekwaamheidseisen
Computational Thinking
| Bekwaamheidseisen | Uitleg |
|---|---|
| 1.3.6 De leerkracht toont aan een open en nieuwsgierige houding hebben tegenover de digitale leefwereld van leerlingen. | Door de leerlingen zelf de leiding te laten pakken hoop ik inzicht te krijgen in hun belevingswereld. Dit ondersteun ik door vragen te stellen. |
| 1.4.1 De leerkracht toont aan problemen op een dusdanige wijze te kunnen formuleren zodat een computer of ander hulpmiddel gebruikt kan worden om het probleem op te lossen. | De dieren zijn los en moeten de weg terug naar het verblijf vinden. Door duidelijk de verblijven op de kaart te hebben samen met fysieke dieren kan de leerling herkenning vinden en de weg vaststellen. |
| 1.4.3 De leerkracht toont aan een complexe taak of probleem op te kunnen delen in kleinere eenheden om resultaten vervolgens weer samen te voegen. | Lukt het niet in 1x? Laten we dan eerst proberen vooruit te gaan. Gaan we de goede richting op? Dan draaien we eerst voor we verder gaan. |
| 1.4.4 De leerkracht toont aan kennis te hebben van automatisering, algoritmes, procedures, parallellisatie, abstractie, simulatie en modellering. | Bij de bee-bot moet je in stappen gaan werken om de auto de goede richting op te sturen. |
S.T.E.A.M
| Bekwaamheidseisen | Uitleg |
|---|---|
| 1.4.1 De leerkracht toont aan problemen op een dusdanige wijze te kunnen formuleren zodat een computer of ander hulpmiddel gebruikt kan worden om het probleem op te lossen. | De dieren zijn los en moeten de weg terug naar het verblijf vinden. Door duidelijk de verblijven op de kaart te hebben samen met fysieke dieren kan de leerling herkenning vinden en de weg vaststellen. |
| 1.4.4 De leerkracht toont aan kennis te hebben van automatisering, algoritmes, procedures, parallellisatie, abstractie, simulatie en modellering. | Bij de bee-bot moet je in stappen gaan werken om de auto de goede richting op te sturen. |
| 2.2.3 De leerkracht toont aan ICT betekenisvol en efficiënt te kunnen inzetten rekening houden met de grootte en de diversiteit van een groep leerlingen | Groep 1/2 heeft veel verschillen in niveau. Door in kleine groepen te werken kan je de opdracht aan laten sluiten op groep 1 of groep 2 niveau. Ook hierin onderscheid in TOS en geen TOS. |
21st Century Skills
| Bekwaamheidseisen | Uitleg |
|---|---|
| 1.3.5 De leerkracht toont aan te reflecteren op het ‘eigen’ mediagebruik in relatie tot mediawijsheidcompetenties en de ‘21st Century Skills’. | Voor ik begon met het werk aan de 21st century skills ging ik bij mezelf na of ik bekend was met de techniek en deze al eens gebruikt had. Dit was het geval sinds ik van mezelf aardig technisch ben. |
| 2.2.1 De leerkracht toont aan dat hij een presentaties/instructies kan ondersteunen door gebruik te maken van verschillende software en hardware. | Ik heb zowel bee-bots als een pro-bot gebruikt voor deze opdracht. Dit samen met verschillende matten en speelgoed. |
| 2.2.2 De leerkracht toont aan digitale leermiddelen te kunnen laten aansluiten op de betreffende doelgroep | Voor groep 1/2 zijn de bee-bots en pro-bot perfect sinds dit precies in hun fantasie past. Het is voor hun speelgoed terwijl er veel meer achter zit. |



Reflectie
Computational Thinkin
Tijdens de les begrepen de leerlingen moeilijkheden met het concept van algoritmen. Ik vertraagde de activiteit en gebruikte voorbeelden uit het dagelijks leven om het idee van algoritmen te verduidelijken. Denk hierbij aan een ochtend routine of het smeren van een broodje. Vervolgens tekende ik met een whiteboard marker op de mat om de stappen visueel te illustreren. Daarna liet ik de leerlingen in tweetallen verder werken aan de activiteit. Al met al een interessante en leerzame activiteit voor zowel de leerling als voor mezelf.
S.T.E.A.M
Tijdens de les liet ik de leerlingen in tweetallen met de bee-bot werken, met zelfgemaakte kaarten van de school om te verkennen. Dit ging goed, er was geen ruzie om wie de knopjes mocht indrukken het was een mooi samenspel.
Een uitdaging was dat sommige leerlingen de opdracht met de bee-bot lastig vonden, vooral wanneer ze het doolhof moesten doen. Hierdoor raakten sommige leerlingen verward en verloren ze hun interesse. Volgende keer wil ik de opdracht stap voor stap en op nog meer verschillende niveaus willen aanbieden, zodat alle leerlingen mee kunnen komen.
21st Century Skills
Ik wilde de kinderen vertrouwd maken met programmeren, wat een belangrijke vaardigheid is in de moderne wereld. Dit is gelukt! De kinderen vonden de les geweldig en wouden hem graag vaker doen en eventueel in de vaste roulatie. Toch merkte ik dat sommige kinderen het lastig vonden om de programmeertaal van de bee-bot te begrijpen, vooral bij ingewikkeldere opdrachten. Volgende keer wil ik zorgen voor meer variatie in de les, zodat alle kinderen op hun eigen tempo kunnen leren. Hierbij wil ik gebruik maken van de app die er is van de bee-bot waar ze meer digitaal kunnen werken.



