Nepnieuws

NEP NIEUWS

Block: Mediawijsheid – (digitale) media en beeldvorming

In dit arrangement heb ik leerlingen bewust gemaakt van de invloed die media hebben op hoe wij de wereld zien en hoe nepnieuws, propaganda en satire onze beeldvorming kunnen kleuren. Het ontwerp bestond uit twee vakoverstijgende lessen waarin Taal, Wereldoriëntatie en Geschiedenis werden gecombineerd.

In de eerste les heb ik de leerlingen geïntroduceerd in het begrip propaganda. We hebben samen gekeken naar historische voorbeelden uit de 20e eeuw, zoals posters en krantenartikelen uit de Tweede Wereldoorlog. Ik besprak hoe propaganda in de loop van de tijd is veranderd en welk doel het diende. Daarna heb ik enkele moderne voorbeelden laten zien die lieten zien dat beïnvloeding via media nog steeds actueel is. De leerlingen bespraken klassikaal wat ze zagen en wat volgens hen de bedoeling van de boodschap was.

De tweede les richtte zich op de hedendaagse vormen van nepnieuws en satire. We hebben verschillende nieuwsberichten en korte filmpjes geanalyseerd, waaronder voorbeelden van De Speld, maar ook berichten waarin oud nieuws opnieuw als actueel nieuws werd gepresenteerd. Ik liet de leerlingen in tweetallen kort overleggen of zij dachten dat berichten echt of nep waren, waarna we dit klassikaal bespraken. We hebben het gesprek gevoerd over waarom nepnieuws wordt verspreid, welke doelen het kan hebben en hoe dit ons wereldbeeld kan beïnvloeden.

Tijdens de uitvoering werkte ik vooral klassikaal om het gesprek actief te begeleiden. Ik stelde gerichte vragen, bijvoorbeeld: “Waarom denk je dat dit bericht is gemaakt?” en “Hoe kan dit ons idee van de situatie veranderen?” Aan het einde van de tweede les heb ik een korte “Fake or Real” quiz gedaan met enkele nieuwsberichten en afbeeldingen. Leerlingen moesten aangeven of zij dachten dat het nieuws echt of nep was en onderbouwen waarom. Hierdoor kon ik meteen zien of zij de kenmerken van beïnvloedende media begrepen. Nepieuws is misleidend en onjuist en dit is belangrijk om nu te bespreken want tegenwoordig, vooral met de komst van AI, is het steeds lastiger om het echte nieuws te onderscheiden van nepnieuws. (Steeman, 2025a)

Daarbij las ik ook meerdere verhalen voor uit het boek “Er was misschien eens” en “Er was misschien eens 2”. Hierbij las ik een verhaal voor waarbij de leerlingen daarna gingen overleggen en beredeneren of het wel of niet gebeurd kan zijn, vervolgens las ik de oplossing voor. Leerlingen leren steeds vroeger via internet, sociale media en nieuwsapps. Juist daarom is het belangrijk om beeldvorming en nepnieuws bespreekbaar te maken in de klas.

1.2.6 – De leerkracht toont aan leerlingen te kunnen begeleiden bij het werken aan hun eigen (digitale) informatievaardigheden.
Tijdens de analyse van nieuwsberichten leerden leerlingen kritisch kijken naar bronnen, herkomst en intentie van het bericht.

1.3.11 – De leerkracht toont aan dat hij leerlingen bewust om kan laten gaan met de mogelijkheden van internet en social media ten behoeve van het eigen leren.
Leerlingen leerden hoe sociale media en nieuwsplatforms hun wereldbeeld kunnen vormen of beïnvloeden, en hoe ze informatie kritisch kunnen benaderen.

1.3.12 – De leerkracht toont aan dat hij leerlingen kan begeleiden bij en bewust kan maken van ethische kwesties ten opzichte van de gemedialiseerde samenleving.
In beide lessen bespraken we ethische vragen zoals: “Mag je expres nepnieuws maken?”, “Wanneer is iets satire?” en “Wie heeft verantwoordelijkheid voor beeldvorming?”

2.1.6 – De leerkracht toont aan dat hij het leren leren van zijn leerlingen ondersteunt en bevordert met behulp van ICT.
De quiz en de analyses hielpen leerlingen om actief na te denken over wat ze leren en hoe ze kritisch kunnen denken bij het zien van nieuws.

2.1.7 – De leerkracht toont aan individuele leerprocessen en samenwerkend leren aan te kunnen sturen en begeleiden met een effectieve inzet van ICT.
De quiz werd interactief ingezet en discussies werden gevoerd in duo’s en klassikaal, waarbij ik actief begeleidde.

2.1.8 – De leerkracht toont aan actuele en toekomstgerichte vaardigheden geïntegreerd te kunnen verwerken in zijn onderwijs.
De les sloot aan bij actuele thema’s zoals nepnieuws en beeldvorming, en draagt bij aan 21e-eeuwse vaardigheden zoals kritisch denken en mediawijsheid.

4.1.4 – De leerkracht toont aan dat hij een lerende professional is die, creatief en kritisch gebruik maakt van de (nieuwe-) mogelijkheden van ICT bij leren, lesgeven en organiseren van onderwijs.
Door het gebruik van de quiz en actuele video’s heb ik bewust “nieuwe” vormen van media ingezet in mijn lespraktijk.

5.1.2 – De leerkracht toont aan dat hij reflecteert op zijn handelen en dit gebruikt om zijn onderwijs te verbeteren.
Na de quiz en klassikale gesprekken zag ik wat leerlingen al wisten, waar nog verwarring zat, en waar ik de uitleg volgende keer kan aanscherpen.

(Verkeerde Volgorde)

Steeman, G. (2025a, maart 27). Hoe herken je nepnieuws en wat is de invloed van desinformatie? Mediawijsheid.nl. https://www.mediawijsheid.nl/nepnieuws/?utm_source=chatgpt.com